Dit afgelopen jaar ben ik verschillende mensen in een of andere bediening tegengekomen die in een verandering zaten van hun werk of werkomgeving. Ze wachten op het moment dat God hun de volgende concrete opdracht duidelijk maakt. Het is interessant om te zien dat veel van deze mensen een gevoel van nutteloosheid hebben, omdat ze op dit moment niet een betaalde job in het christelijke werk hebben.

Mensen met een goddelijke roeping om anderen te leiden zouden de tekst uit Jeremia 3 vers 15 zich steeds moeten herinneren “Ik zal jullie herders naar mijn hart geven, en die zullen jullie met wijsheid en inzicht weiden.” Een herder heeft een dubbele rol. Een herder is geroepen om:

1. Gods hart na te volgen.
2. Te investeren in anderen.

Vaak proberen we onze roeping te gecompliceerd te maken. Soms besteden we meer tijd en energie in het uitzoeken “waar” en “wanneer” we onze roeping moeten uitleven in plaats van de energie te steken in de eerste roeping. Uiteraard is het een belangrijke vraag naar het waar en het hoe, maar het lijkt me dat als we ons meer richten op het volgen van Gods hart en investeren in anderen  de vraag waar en hoe gemakkelijker worden om te begrijpen.

Misschien zouden ons leven en onze bediening efficiënter zijn als we doen waar we voor geroepen worden waar dan ook en op welke manier dan ook tot het moment dat God ons meer de details bekend zal maken.

Gewoon een gedachte (op basis van het artikel “Simplifying the Call of Ministry” by Ron Edmondson)