Preekkunst: de vraag
Sommigen zeggen ook wel dat het een mannenkwaal is om altijd maar antwoorden te willen geven op vragen die er zijn. Het lijkt of veel predikers aan deze mannenkwaal te lijden hebben. Maar er is een oplossing hoor. Het lijkt een levenskunst te zijn om goede vragen te stellen. Wil je wijs worden? Leer om vragen te stellen! Hoe viel het op dat Jezus toen Hij nog maar twaalf jaar oud was wijs was en inzicht had? Omdat hij vragen stelde! Lees maar in Lucas 2 vers 46 – 47!
Ken je deze quote: Jezus is het antwoord, maar wat was ook alweer de vraag? Er zijn heel wat jongeren die het prima willen geloven dat God bestaat, maar geen idee hebben wat de clou hiervan is. Oftewel, het heeft niet zoveel zin om uit te leggen dat God er is, als er geen vraag is. Een belangrijke rol voor de prediker om in de goede zin van het woord een beetje jeuk te veroorzaken, een ongemak dat vraagt om een oplossing. Een simpele is natuurlijk de vraag naar de zin van het bestaan, behoefte aan houvast, etc. Maar de vragen opwerpen gaat veel verder dan alleen bij evangeliserende preken.
In de preken die ik voorbereid probeer ik minimaal 5 (liever veel meer) vragen te formuleren. Dan heb ik het niet over retorische vragen, al hebben deze ook zijn functie.
Een retorische vraag is een stijlfiguur waarbij een vraag wordt gesteld, waarop men geen antwoord verwacht. Het is de bedoeling dat de ontvanger (toehoorder, lezer) zich aangesproken voelt en instemt met wat de zender (spreker, schrijver) suggereert. Een retorische vraag heeft de woordvolgorde van een vraag maar de intonatie van een mededelende zin.
Voorbeeld
Misschien maakt het volgende simpele voorbeeld meer duidelijk van wat ik bedoel. Stel je wil Johannes 3 vers 16 en 17 uitleggen: “Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.” Wie kent de tekst niet, zou je zeggen. En precies daar zit soms de oorzaak van filters bij het lezen van de Bijbel. Er is een soort leesblindheid ontstaan bij met name bekendere teksten. Zo zou het in mijn aantekeningen staan:
VRAAG: Wie had God zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven? >> DE WERELD.
Omdat deze tekst vaak op de persoon wordt toegepast wordt de wijdheid van Gods liefde vergeten. God had niet alleen de gelovigen lief maar Zijn liefde was voor DE WERELD. Enerzijds gaat het om de personen (iedereen die gelooft), anderzijds om het grote en allesomvattende (de door God geliefde wereld). Op dit thema zou je dan kunnen doorvragen. Zoals bijvoorbeeld:
VRAAG: Hoe gaf God zijn Zoon? >> door Zijn Zoon als licht in het donker te sturen (dat is een beeldspraak die in Johannes veel terugkomt, lees bijvoorbeeld Johannes 1 vers 4 – 5, maar ook 3 vers 19 – 20)
VRAAG: Hoe kan de wereld worden gered? >> doordat het oordeel niet wordt geveld! Blijkbaar zit hier een sleutel om te begrijpen wat Jezus bedoeld. Want waarom zou Hij anders over veroordeling praten?
VRAAG: ….
Wacht op het antwoord
Nu is het leuk om de vragen in je preek te stellen zonder dat je er antwoord op geeft. Een stilte zou je best mogen laten vallen hoor. Veel kerkelijk publiek is een beetje lui geworden omdat alles werd voorgezegd. Maar laat ze maar actief denken foor. Dus… stel de vraag en laat je publiek maar antwoorden. Gebruik je vragen om de jeuk te veroorzaken bij je publiek. Want dan zullen ze snappen waarom het Woord iets te zeggen heeft! Wat denk je bijvoorbeeld te kunnen doen met een tekst als Matteüs 6 vers 33 – 34? Vraag het de mensen eens. Als je namelijk plompverloren zegt dat Gods plan een zorgeloos bestaan is dan zullen veel mensen verbaasd of zelfs geërgerd reageren. Maar wat betekent de tekst van wat daar staat? Als Jezus zegt dat je je geen zorgen hoeft te maken dan is dat toch zorgenvrij? Ga gerust het gesprek aan met je publiek. En als ze het niet gewend zijn, dan mogen ze er best aan gaan wennen.
Tips
- Als je dit niet gewend bent, leg dan uit dat mensen mogen reageren. Je kan ze aanmoedigen door met “ja” of “nee”, “eens” of “oneens” vragen te stellen. Dat is maar één woordje. Overdrijving is dan altijd een leuke. Maar bovenal: wacht en geef de tijd aan je publiek.
- Oefen jezelf om een vraag zoveel mogelijk te beantwoorden met een wedervraag. In de eerste plaats: jij weet niet alle antwoorden! In de tweede plaats: help hen in hun eigen ontdekking! Dat doe je niet door een antwoord te droppen, maar om met de vragen de weg te wijzen naar antwoorden die ze zelf kunnen ontdekken!
Waardeer je dit artikel? Overweeg een kleine donatie. Voor een volgend kopje koffie tijdens het schrijven bijvoorbeeld.
PS: zie je een schrijfvoutje? Mail me ff!
[yarpp]