Heb je een probleem met het zomaar geloven in God. Of in het niet geloven in God. De Bijbel belooft dat als je zoekt je ook zult vinden. Maar als je niet gelooft, dan doe je dat niet. Toch? God bestaat niet. Oké, hoe weet je dat? Hier heb ik mooi advies voor je. Want de bewering – dat alle zoekers zullen vinden – kan je testen door ervaring, door te experimenteren. Als je een eerlijke wetenschapper bent, dan is hier de manier om erachter te komen of het christendom waar is of niet …

Voer het experiment uit. Stel, de hypothese is dat er iemand achter de deur staat, dan moet je kloppen. En als de christelijke hypothese zegt dat Jezus achter de deur staat, dan moet je kloppen.

Geen spoorboekje

Hoe je dat weet? Bidden! Vertel Jezus Christus dat je op zoek bent naar de waarheid – op zoek naar hem, als hij dan de waarheid is. Vraag hem om zich aan zijn belofte te houden dat iedereen die Hem zoekt ook zal vinden. Op zijn eigen moment natuurlijk. Hij beloofde dat je zou vinden, maar hij heeft er geen schema bij geleverd. Hij is een minnaar, hij werkt niet zoals een spoorboekje werkt.

Gebed van een scepticus

Maar – zo zou je kunnen reageren – ik weet niet of Jezus God is. Ik weet zelfs niet of er wel een God is. Dat is prima. Je kan het gebed van een scepticus bidden:

God, ik weet niet of je bestaat. Ik ben een scepticus. Ik twijfel. Ik denk dat je waarschijnlijk gewoon een mythe bent, een mooie wensgedachte. Maar ik ben er niet zeker van (tenminste, niet als ik echt helemaal eerlijk ben naar mezelf). Dus als je dan bestaat, en je hebt beloofd dat iedereen die zoekt ook zal vinden, dan moet je dit nu ook horen. Dus, bij deze ben ik een zoeker. Een zoeker naar waarheid. Wat de waarheid dan ook is, en waar die waarheid dan ook is. Ik wil de waarheid ontdekken en ik wil in de waarheid leven. Als je de waarheid bent, help me dan alsjeblieft.

Geen beperkende voorwaarden

Als het christelijk geloof waar is, dan zal je vinden. Zeg dat dit gebed een wetenschappelijk eerlijke test is om te toetsen of het christelijk geloof wel klopt. Maar dan moet je God geen oneerlijke eisen opleggen, of beperkingen. Zo’n beperking leg je op als je een direct wonder verwacht. Of als je het op een specifiek moment verwacht. Zeg bijvoorbeeld morgenochtend. Nee, als je eerlijk wilt testen of God er is, dan moet je niet verwachten dat hij in jouw straatje gaat lopen om jou te dienen. Want dat past niet als Hij God is, Koning en Redder.

Eerlijk in de zoektocht

Deze Koning vraagt in de eerste plaats eerlijkheid van je, niet opgeklopt geloof dat je niet hebt. Zo van ‘als ik het maar vaak genoeg zeg, dan zal het wel zo zijn.’ Eerlijkheid in de zin van eerlijk in de zoektocht. Of het nu waar is of niet. Of het christelijk geloof nu waar is of niet. Of die Jezus nu gaat antwoorden of niet. Het is de keuze om te ontdekken, zonder dat je eigen uitkomsten al vaststaan.

Het zal je leven veranderen.

N.a.v. Handbook of Christian Apologetics, prof. Peter Kreeft