Waarom geloofde ik het niet?
Ik heb dit verhaal verteld tijdens “Thank God it’s Pasen” in Enschede op 2e Pasen 2014. Dit is het tweede deel. Lees ook het eerste deel »
Ik ben Judas Thomas Didymus. De meesten noemen mij Thomas. Ja, de ongelovige. Maar het zit anders. Ik ben gewoon niet zo goedgelovig. Ik loop niet met de massa’s mee. Ben niet zo happy clappy en te vaak heb ik over wonderlijke dingen gehoord die vooral gebakken lucht bleken te zijn.
Maar wat ik vandaag heb meegemaakt!! ‘k Heb je toch verteld dat ik laatst bijna ruzie had met mijn vrienden? Ze beweerden dat ze mijn vriend Jezus hadden gezien. Dat terwijl ik zelf heb gezien dat Hij dood was. Hij is doodgemarteld. Hij was gekruisigd.
Maar ze beweerden dat Hij er weer was.
Verrezen.
Opgestaan.
Ondood.
Levend.
Springlevend.
‘k Ben wel bij mijn vrienden gebleven. Ze konden me niet overtuigen. Maar toch was hun verdriet weg. Gek. Onvoorstelbaar. Jezus was dood. Kijk, je kan jezelf ook voor de gek houden natuurlijk. Gedachten spelletjes. Die werken soms. Gewoon andere dingen gaan denken in plaats van alleen maar het sombere. En bij sommige mensen werkt dat, als een soort placebo. Uiteindelijk is het niets.
Tot vandaag snapte ik ze niet. ‘k Heb mezelf in de afgelopen dagen afgevraagd of het misschien toch waar was.
Maar vandaag was Hij er. En vanaf het moment dat Hij er stond bekroop me een gevoel van: ‘Jij eigenwijze Judas Thomas Didymus, waarom wil je het maar niet geloven?’
Hij stond er gewoon. Geen geest of spook. Het was geen visioen. Hij sprak. Vooral tegen mij. Mensenkinderen, ik heb zijn handen aangeraakt. Wat voelde ik me een blinde. Mijn ogen konden mij misschien bedriegen. Goedgelovig ben ik niet. Maar ik heb het gevoeld, ik heb Hem aangeraakt. Mijn vriend, mijn Jezus, mijn leraar, mijn Heer, mijn God.
Een week later verscheen Jezus weer; ditmaal was Tomas er wel bij. Jezus zei tegen hem: “Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.” Tomas antwoordde: “Mijn Heer, mijn God!” Jezus zei tegen hem: “Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven. (Johannes 20 vers 24-29)
Tastbaar bewijs vroeg je? Ja, ik ook. Maar ik stond er met mijn mond vol tanden. Waarom geloofde ik mijn vrienden gewoon niet? Waarom geloofde ik gewoon niet alles wat er aan hen veranderde. Waarom vertrouwde ik de blijdschap niet, de blijdschap die in plaats van verdriet kwam.
Maar tastbaar bewijs kreeg ik.
Ik geloof omdat ik het gezien heb. Ik geloof omdat ik gevoeld hebt.
Maar hoe krachtig is het als je toch kan geloven zonder te zien, zonder te voelen?
Ik heb dit verhaal verteld tijdens “Thank God it’s Pasen” in Enschede. Lees ook het eerste deel »
Waardeer je dit artikel? Overweeg een kleine donatie. Voor een volgend kopje koffie tijdens het schrijven bijvoorbeeld.
PS: zie je een schrijfvoutje? Mail me ff!
[yarpp]