Eerder schreef ik over andere beelden van de gemeente, zoals De gemeente: een lichaam en De gemeente: een bruid. Ze zijn onderdeel van een nieuwe serie voor de kleine groepen in onze kerk. 

Foto van slworking2 van een ooit succesvolle kerk die nu al jaren leegstaat in Gary, Indiana.

De hoeksteen

Paulus beschrijft dat de gemeente één in door Jezus Christus doordat Hij de muur die er stond tussen Joden en heidenen is afgebroken (Efeze 2:14-18). De gemeente is een gebouw dat is gebouwd op het fundament dat de apostelen en profeten hebben gelegd en waarvan Jezus Christus zelf de hoeksteen is (Efeze 2:19-20). Zo’n hoeksteen zorgde voor de samenhang en stabiliteit van het gebouw.

In Psalm 118:22 wordt de steen genoemd die door de bouwers afgekeurd was. Deze steen is een hoeksteen geworden. Jezus is de hoeksteen geworden van het gebouw van God, het gebouw waar God in woont. Afgekeurd door de mensheid. Afgewezen, gekruisigd. Maar van het nieuwe gebouw, de tempel van God, is Hij de hoeksteen, de stabiliteit geworden. Gelukkig ben je als je op Hem vertrouwt (1 Petrus 2:6-7)

De tempel

Als Jezus het heeft over de tempel, dan heeft Hij het over het afbreken en opbouwen van de tempel (Joh 2:19-22). Hiermee maakte Hij al duidelijk dat alles zou veranderen. De plaats van een gebouw van stenen op een bepaalde plek zou snel voorbij gaan. Er zou een nieuw gebouw worden gebouwd. Een tempel waar God woont (1 Kor. 3:16)

Levend gebouw

Natuurlijk is de gemeente opgebouwd uit leven, uit mensen. Maar samen vormen ze een gebouw, een geestelijke tempel wel te verstaan (1 Petr 2:5) In deze tempel wordt, net als in de stenen tempel in het Oude Testament, God aanbeden en God ontmoet. Hier ligt ook de opdracht van de gemeente. Als mensen God willen ontmoeten, kunnen ze Hem ontmoeten in de tempel, de gemeente van Jezus Christus. In deze tempel wordt God aanbeden, tot God gebeden en vanuit deze tempel stort God Zijn zegen uit over de mensen.

Maak van de tempel een huis van gebed. Laat je bij je gebeden altijd leiden door de Heilige Geest. Hij weet wat je moet bidden (Rom 8:26-27). Door Hem zijn onze gebeden aangenaam voor God!