Big Brother is watching you
Het was vermakelijk televisie die het grote publiek zich een beetje God liet voelen. Big Brother was een revolutie in televisieland waarbij 24/7 je kon meekijken, meegluren zo je wilt, met een aantal in een huis opgesloten mensen. Niet zomaar een toeschouwer, maar je luistert mee met de gesprekken, kijkt mee in de badkamer en de slaapkamer.
En even in momenten dat de deelnemers vergeten dat iedereen mee kan luisteren, dan is het vooral spannend, ontluisterend of gewoon plat. Maar voor het grote publiek natuurlijk genieten. Het zijn legendarische beelden dat de eerste vrijpartij live kon worden bekeken via de televisie.
Big Brother is watching you
De uitspraak Big brother is watching you komt uit het boek 1984 van de schrijver George Orwell (uitgegeven in 1949) en was een soort futuristische kijk op een totalitair regime waarbij de leider altijd en overal alles moest horen en zien. Big Brother of Grote Broer is in het boek de nooit geziene, almachtige leider van het totalitaire bewind in Oceanië waar Winston Smith, de hoofdpersoon van het boek, woont.
In werkelijkheid is dit in het communistische tijdperk daadwerkelijk aan de hand geweest. Denk alleen al aan de verhalen over spionage in het voormalige Oost-Duitsland. Goed voor spannende films, maar in het echte leven scary as hell!
De cirkel
Het feit dat iemand kan meekijken met alles in het leven kan je behoorlijk ongemakkelijk laten voelen. In het boek ‘De cirkel‘ van Dave Eggers wordt een werkelijkheid beschreven waarin iedereen maximaal ’transparant’ zou moeten willen zijn. Oftewel, iedereen mag altijd en (nagenoeg) overal meekijken en meeluisteren. Als je niets te verbergen hebt, waarom zou je dat dan willen? Maar het effect is twijfelachtig waarbij sommige mensen tot wanhoopsdaden komen door de terreur van het altijd zichtbaar en openbaar moeten zijn.
Big Daddy
Lang heb ik bij God het idee gehad van de terreur van Big Brother is watching you, in dit geval Big Daddy. Het was vaak heel fijn en rustgevend, maar het bezorgde ook vaak onrust. Vooral dat Big Daddy meekijkt en daarbij altijd een oordeel klaar heeft, die gedachte, dat vond ik onaangenaam. En onzeker. Aan de andere kant was het ook wel rustgevend, dat er niets aan de aandacht van Big Daddy ontsnapt.
Ergens kan ik me wel voorstellen dat het als een uitstekende oplossing voelt om van deze Big Daddy te worden bevrijdt. Geen God die meekijkt, die oordeelt en waar je je altijd aan zal moeten verantwoorden.
Bidden
Van Tomáš Halík leer ik dat bidden betekent dat je beseft dat je gezien wordt (1). Vind ik een bijzondere uitspraak en ergens word ik er blij van. Bidden is niet zozeer gesprek, als wel het weten dat God kijkt.
Maar ik vind het ook een gedachte waar ik nerveus van kan worden. Dezelfde nervositeit als de gedachte van Big Daddy die altijd stiekem mij begluurt, altijd klaar om de wijzen op de fouten en daar waar het niet goed gaat. God als Vader kan een mooie gedachte zijn, maar een Vader die altijd meekijkt als de grote controleur geeft eerder het gevoel van genadeloze onderdrukkende terreur.
Gestopt met bidden
God kijkt. En natuurlijk probeer ik terug te kijken. Ik heb geprobeerd om te stoppen met bidden. Gewoon om eens te kijken wat er dan met mij zou gaan gebeuren. Het lukte me niet. Misschien was het deformatie of de macht van de gewoonte. Misschien heb ik gewoon altijd al gebeden en raak je zoiets niet eenvoudig kwijt. Het kan zo zijn.
Toch miste ik zonder gebed het bevrijdende. Het terugkijken naar de kijkende God. Het leven is me soms te groot om grip en overzicht te houden. Sommige levensvragen te omvangrijk om iets zinnigs over te zeggen. Dan kijk ik naar God. Hij weet het vast wel. Ik meestal niet. Eigenlijk is dat wel prima zo.
(1) Tomáš Halík, De nacht van de biechtvader
Waardeer je dit artikel? Overweeg een kleine donatie. Voor een volgend kopje koffie tijdens het schrijven bijvoorbeeld.
PS: zie je een schrijfvoutje? Mail me ff!
[yarpp]
Ik moet zeggen dat ik het best leerzaam vond, een god die alles zag en niet te bedonderen viel. Mij was altijd geleerd dat het doel aller doelen: god blij maken was door dicht bij hem te leven. Ik kon God nooit echt vinden en het feit dat dat nooit aan God kon liggen, was het zo dat ik het bij mezelf moest zoeken. Een strijd voor het welbevallen van een meer dan heldere God… Lees verder »
Ook moet ik eigenlijk wel zeggen dat ik God nooit als big brother of zo heb ervaren. Er was dus ook geen lijden te bekennen. Misschien wel wat nuchterder, als God bestaat, kijkt Hij mee, als God niet bestaat, kijkt Hij niet mee. Mijn wel of niet geloof zal daar heel weinig toe doen, denk ik. Wel vraag ik mij bij de nieuwste ontwikkelingen in de wetenschap af hoe alles nu eigenlijk zit. Als alles… Lees verder »
Probeer de rode pil….
Harry Meerlo Veel beter idee! Zat zelf al te denken om mijn 2 hersenhelften te scheiden. Best wel lastig met een decoupeerzaag en een spiegel.
Wat ben ik blij dat als ik als atheist mijn leven kan lijden, zonder steeds het gevoel te hebben dat er iemand over mijn schouders mee kijkt.
Is het echt zo’n lijden?
ha,ha,…nee juist niet…het probleem van het lijden (theodicee) ligt juist bij de christenen….die korte en lange ei ook altijd…
Ergens zou het “gevecht” wat je hebt. leerzaam moeten zijn voor andere christenen. Jij bent de enige niet, velen zijn je al voor gegaan. Menig christen die het nu zo zeker weet, zou dus op idee kunnen komen dat hij of zij over 1 jaar of over 5 jaar in een zelfde soort gevecht komt. Ook hier in reacties lees ik van die christenen dat je niet moet kijken naar anderen in eigen kring, want… Lees verder »