Achter alles op Athos zit een verhaal
Door allerlei beperkingen tijdens de Corona pandemie zijn er maar weinig pelgrims geweest op Athos. Mijn eigen laatste bezoek was juni 2019 geweest. ‘k Ben nog wel in Griekenland geweest, maar toen we weer naar Athos zouden gaan in 2020 was het al niet meer mogelijk. Nu was het eindelijk zover.
Mag ik je meenemen in een nieuwe ervaring op de heilige berg? Want eerlijk gezegd had ik wel weer behoefte om opnieuw aan te sluiten, me opnieuw te verbinden met een groot verhaal. En eerlijk gezegd voelde het weer dat ik er rondliep als een ongelovige pelgrim die enerzijds diep van binnen dan ongeneselijk gelovig blijkt, maar anderzijds bijzonder sceptisch blijft bij veel religieuze opvattingen, dogma’s en vooral bij religieuze dwingelandij. Mijn christelijke naam is niet voor niet Thomás (de Twijfelaar) geworden hè.
De heilige berg
Eerst nog maar even over de berg Athos. Je kom er sowieso niet als toerist, je komt er als pelgrim. Dat is goed om in je hoofd te hebben, anders kom je er met verkeerde verwachtingen en laat je veel moois liggen. Nu is het over het algemeen best ingewikkeld om op het schiereiland te komen. Voor een bezoek heb je een uitnodiging nodig en een plek om te verblijven. Daarnaast worden beperkt pelgrims toegelaten en als je niet orthodox bent dan is er nog minder ruimte.
Je zou kunnen zeggen dat Athos is voor de Oosters Orthodoxe Kerk wat het Vaticaan is voor de katholieke kerk. Er mogen dagelijks 100 orthodoxe pelgrims en 10 niet-orthodoxe pelgrims de berg Athos bezoeken. Iedere pelgrim heeft daarvoor een visum nodig van het pelgrimsbureau.
Manneneiland
Een eeuwenoude traditie zegt dat het eiland aan de Theotokos (moeder Gods) is toegewijd en dat zij daarom de enige vrouw is op het eiland. Dit is in het huidige tijdsgewricht een nogal discutabel punt. ‘k Probeer het te begrijpen door Athos als geheel te zien als een klooster. In een mannenklooster wonen ook geen vrouwen, in een vrouwenklooster geen mannen. Er zijn een aantal gemengde kloosters in de katholieke kerk, maar ik weet niet van het bestaan ervan in de orthodoxe kerk.
PS: Discussies over gelijkheid in kerken wil ik graag aangaan, maar ik vind het niet relevant om zo’n discussie over specifiek Athos te voeren.
Pure poëzie
We waren met een klein gezelschap na lange tijd weer terug op Athos. Als eerste gingen we op bezoek bij een nieuw te bouwen kloostercel. Monnik Damian ken ik al een paar jaar van eerdere bezoeken en hij is nu ruim twee jaar bezig op een nieuwe plek om daar op de fundamenten van een oud klooster opnieuw een kapel te bouwen, samen met verblijven voor monniken en pelgrims. Via Facebook had hij me al eens genoemd dat ik hem zeker moest opzoeken als ik weer naar Athos zou afreizen. Nu was het zover.
Ergens vind ik het ook weer poëzie: op de vergane glorie, overwoekerd door een oerwoud, liggen eeuwenoude fundamenten van een grote gemeenschap die er eeuwen geleden heeft gewoond en gewerkt. In de ruïne van een kapel is weer dagelijks een gebedsdienst. Mijn eerste liturgie op Athos was in de ruïne. Er zit poëzie in dit gegeven en het greep me wel aan. Soms moet je op zoek naar oude fundamenten op weer iets nieuws te kunnen opbouwen.
Nu moet je ook weten dat deze priester hier dagelijks is, ook als er niemand anders is. Of je nu gelooft in bidden tot een hogere macht of niet, de vasthoudendheid hieraan vind ik mooi. Het is geen religie voor de bühne die hier wordt bedreven.
De cel van de typografen
De overige dagen op Athos hebben we doorgebracht in een kloostercel waar 7 monniken wonen. De cel van de typografen (link) ligt niet ver van Karyes, het centrumstadje van Athos, vandaan. Al deze plekken zijn toegewijd aan de ene of de andere heilige en deze cel is toegewijd aan de heilige Nicolaas van Myra. Misschien zegt Sinterklaas je wat? Nou, dat is dus de heilige Nicolaas van Myra.
Rust en regelmaat
De rust en regelmaat van het klooster hebben me goed gedaan. Nu is 04:00 uur ’s morgens vroeg beginnen in de kapel wel een pittige opgave, maar de rust pak je verder over de dag ook wel weer. En ergens vind ik ook de tijd tussen 04:00 en 07:00 ook weer heel symbolisch: je begint midden in de nacht als de sterren nog fel flonkeren aan de hemel en de ochtend ontwaakt stralend terwijl de liturgie gaande is.
Ooit werd me uitgelegd: iedere liturgie is een mirakel. En het wonder is dit: je krijgt een stukje gedeeld van het mysterie van de Allerhoogste. Zo zit ik ook in de liturgie. Al moet ik vooral luisteren met mijn zintuigen, omdat ik (nog steeds niet) het Grieks machtig ben. De ritmes, de kaarsen, de klanken, de geuren, de wierook, het reciteren van oude gebeden, teksten en verhalen, het komt allemaal samen tot een welhaast magische en hemelse eenheid. Dat klinkt misschien wat geromantiseerd en misschien is dat ook wel zo. Ondertussen moet ik moeite doen om goed wakker te blijven en na uren (vooral) staan, doen mijn voeten echt zeer. Toch neem ik de schoonheid hieruit vooral mee.
Het grote verhaal
Abt Arsenios heeft ons een paar uur meegenomen en alles laten zien. Hij vertelde over de geschiedenis, over symbolen die werkelijk in alles terugkomen, over de gebruikte materialen en kleuren. Hij liet de relieken van het klooster zien. Wat te denken van een reliek met een stuk van de steen die voor het graf van Jezus lag. Of de hand van een heilige.
Hij vertelde over de oorsprong van de gebruikte materialen. De pauw komt hier overal terug. De pauw staat symbool voor de eeuwigheid. En wat te denken van alle bloemen in het houtsnijwerk? Het is een herinnering aan het paradijs waar alles goed en in balans was en weer zal zijn. De abt vertelde over de heiligen op de verschillende iconen en hun verhalen. Teveel om te onthouden.
Te mooi om waar te zijn
Eigenlijk was dit het moment dat ik dacht: zie je, het is er nog steeds. Ergens voelde ik me weer opgenomen in een veel te groot verhaal dat al eeuwenlang loopt. Veel van de verhalen zijn aangedikt en opgeleukt, veel verhalen die te mooi lijken om waar te zijn, zijn dat waarschijnlijk ook. En toch zijn ze goed om te vast te houden.
Precies dit besprak ik ook met monnik Makarios. ‘k Heb de indruk dat veel van de heiligenverhalen net zo zijn aangedikt als de verhalen van ook Rinus die vroeger allerlei stoere en fantastische dingen had meegemaakt waarvan je aan je water voelde dat het schielijk was overdreven. De monnik kon er wel mee. Ook met mijn niet-al-te-overtuigd-geloven.
Dat laatste voelde veilig. Er is ruimte om niet te geloven, sceptisch te geloven, twijfelend te geloven. En dat op een berg vol met monniken.
Later meer
‘k Zal later nog meer vertellen over verhalen die ik tegenkwam. Over het omgaan met de dood, het inbreken in een klooster om het graf van een heilige te kunnen bezoeken, en nog wat avonturen.
Waardeer je dit artikel? Overweeg een kleine donatie. Voor een volgend kopje koffie tijdens het schrijven bijvoorbeeld.
PS: zie je een schrijfvoutje? Mail me ff!
[yarpp]
Mooi Thomas!